Printervriendelijke versie

GEN – 007 (DEAL)

Installatie

Sage eFiduciary bij SetupDemo

Hoe kan bij een demonstratie het gebruik van het Sage eFiduciary gesimuleerd worden?

Het is mogelijk om bij een demonstratie het gebruik van het Sage eFiduciary platform te simuleren. Hiervoor is een manuele aanpassing van de bestanden van zowel Sage BOB 50 als Sage DigiDesk nodig. Zonder deze aanpassing kan het Sage eFiduciary platform niet gesimuleerd worden met de demonstratiegegevens.

Eens de aanpassingen voltooid zijn, kan op de gebruikelijk manier gebruik gemaakt worden van het Sage eFiduciary platform.

OPGELET

De hieronder beschreven aanpassingen zullen enkel functioneren bij een SetupDemo waar gebruik gemaakt wordt van de demonstratielicentiecodes.

 

Installatie bij Sage BOB 50

1.  Het bestand BOB.INI dat zich in de installatiefolder van Sage BOB 50 (C:\b50adsdemo) bevindt, dient geopend te worden.

2.  De sectie [PFIDDEMO] dient toegevoegd te worden in het bestand BOB.INI.

3.  De locatie van de folder COMMON voor de Sage DigiDesk installatie dient vervolgens opgegeven te worden via een variabele PATH.

4.  Via de variabele ABOID wordt het abonnementsnummer (BTW-nummer van de fiduciaire uit dossier IN) opgegeven.

5.  De gegevens dienen nu bewaard te worden, waarna het venster afgesloten kan worden.

De configuratie voor Sage BOB 50 is nu voltooid.

 

Installatie bij Sage DigiDesk

1.  Het bestand BOB.INI dat zich in de installatiefolder van Sage DigiDesk (C:\SageDigiDesk) bevindt, dient geopend te worden.

2.  De sectie [PFIDDEMO] dient toegevoegd te worden in het bestand BOB.INI.

3.  De locatie van de folder COMMON voor de Sage BOB 50 installatie dient vervolgens opgegeven te worden via een variabele PATH.

4.  Via de variabele ABOID wordt het abonnementsnummer (BTW-nummer van de fiduciaire uit dossier IN) opgegeven.

5.  De gegevens dienen nu bewaard te worden, waarna het venster afgesloten kan worden.

De configuratie voor Sage DigiDesk is nu voltooid.

Eens deze twee aanpassingen uitgevoerd zijn, zal de bestandsoverdracht plaatsvinden via 2 subfolders die in de respectievelijke COMMON folders aangemaakt worden.